Dit artikel is geschreven door Rodrigo dos Santos. Rodrigo dos Santos is een tweede generatie Belg van Portugese origine en geboren te Brussel. Met een identiteit die onlosmakelijk met twee culturen verbonden is, voelt hij zich boven alles Europeaan wiens Latijnse inslag door Germaans discipline getemperd wordt. Sinds de zomer van 2012 is Rodrigo voor Wallonia Export & Investment (AWEx) gestationeerd in Den Haag. Eerder oefende hij dezelfde functie uit op posten in Hongarije en Mexico.
Dit artikel is het eerste uit een serie van vijf artikelen over een nabije regio: Wallonië – dichtbij maar toch onbekend.
Onbekend maakt onbemind“Onbekend maakt onbemind” was de eerste uitdrukking die ik na mijn aankomst in Nederland leerde; we waarderen dat wat we hebben leren kennen, maar argwanen of haten dat waar we niet bekend mee zijn. Het is een overblijfsel van ons primitieve instinct, een automatische zelfverdedigingsreflex.
Het lijkt wellicht verbazingwekkend dat in dit tijdperk van sociale media waarin we met zo veel gemak – al dan niet geverifieerde – informatie kunnen vergaren, zulke naaste buren als de Nederlanders en de Walen nog altijd zo weinig van elkaar weten. Maar ons brein werkt nu eenmaal economisch: uitsluitend die kennis die nuttig en begrijpelijk is, wordt behouden. Eens geconfronteerd met de dagelijkse overvloed aan nieuws in beeld en tekst, wordt er door onze hersenen streng gesorteerd en gecategoriseerd. Net zoals onze Indo-Europese talen zijn geëvolueerd om economischer te kunnen communiceren, zo simplificeren onze hersenen een complexe realiteit om die zo beter in ons geheugen te kunnen opslaan.
Voor de Waal komt het beeld van de Nederlander neer op een stel dat (gratis) van de Waalse snelwegen gebruikt maakt met hun vierdeursauto en twee kinderen op de achterbank die zich een klein beetje in de Alpen wanen wanneer het landschap langs de E25 steeds meer heuvels vertoont. In de kofferbak zit ongetwijfeld Goudse kaas en andere producten van Albert Heijn en Dirk van den Broek. Welke producten? Nou ja, wat toevallig in de aanbieding was. Elke cent telt, tenslotte. Achter de auto hangt een caravan of aanhangwagen en ergens is aan deze combinatie een fietsenrek met tweewielers bevestigd. Men trekt er met het gezin op uit om de prachtige groene wandelpaden van de Ardennen te verkennen.
Wallonië? De Ardennen!Het hoge woord is eruit: de Ardennen. Wallonië is de Ardennen. En daarbuiten? Daar is alles grijs en daar moet je vooral niet wezen. Dat weet toch iedereen? Wallonië is in verval, staalfabrieken roesten weg en kleine arbeidershuisjes zijn er nog altijd bedekt onder het stof van de oude kolenmijnen. De helft van de bevolking is werkloos en aan de drank. Er is niets te zien met uitzondering van wellicht een kort bezoek aan de brouwerij van Chimay met een ijskoud en uitstekend biertje als afsluiting. Na een fietstocht van 15 kilometer laat zich dat wel smaken. Waarom denkt u dat we anders de caravan juist hier op deze prachtige groene camping aan het water hebben neergezet? Omdat hier het beste van Wallonië te vinden is, zo aan je voeten!
STEREOTYPE, CLICHÉ: een uitvergrote karikatuur waar men zo aan gewend is geraakt dat men niets anders meer kan onderscheiden. Is het cliché dan verkeerd? Nee, dat niet. Er zit een kern van waarheid in. Maar het is te beperkt en fungeert als oogkleppen die veel aan het zicht onttrekken. Is de Hollander, pardon, de Néderlander, zuinig? Zonder twijfel, maar om dat terug te brengen tot een buitensporig verlangen om nimmer teveel te betalen is een veel te beperkt beeld van de Nederlander.
De houding tegenover werk en geld – de kijk op het leven – is volgens de overlevering “boven de rivieren” anders dan “onder de rivieren” maar wil dat zeggen dat men in Noord-Brabant en Limburg echt zo anders is? Ja en nee. Ook in het bourgondische zuiden heeft de calvinistische geest een dusdanige invloed gehad dat vanuit het Belgische perspectief het verschil nauwelijks waar te nemen valt. Of liever, het heersende stereotype staat zo’n onderscheid niet toe. Toch nemen de Hollanders, Limburgers, Brabanders en Friezen wel degelijk verschillen waar. Ziet een Nederlander het verschil tussen een Luikenaar, een Luxemburger, een Namenaar of een Bergenaar? Waarschijnlijk niet. Het zijn allemaal Walen, nietwaar?
Nederland terugbrengen tot kaas en een strenge levenshouding is veel te simplistisch. Koningin Maxima maakte die observatie al toen ze zei dat dé Nederlandse identiteit niet bestaat en dat Nederland te veelzijdig is om in een cliché te vatten. Nederland is te rijk in zijn diversiteit om terug te brengen tot een cliché dat eenvoudig voor iedereen te begrijpen valt.
Is Wallonië een economische woestijn? Het antwoord is duidelijk nee, maar het is wel zo dat Wallonië een lange economische terugval heeft gehad omdat het te afhankelijk was van de zware industrie die van de 19e eeuw tot de jaren ’30 zoveel rijkdom had gebracht.
Wallonië is niet langer een regio in grote moeilijkheden. Dat is geschiedenis. De regio bevindt zich in een wederopbouw en heeft haar plaats in Europa en de wereld weer ingenomen. Geflankeerd door een Vlaanderen dat steeds meer autonomie vraagt, heeft ook Wallonië haar stem weer gevonden zoals oud Minister-President Paul Magnette liet zien toen hij vorm gaf aan het Waalse verzet tegen het handelsverdrag CETA met Canada omdat het te weinig rekening hield met Europese en regionale belangen. Het is niet zo dat de regio ageerde vanuit een diepgewortelde argwaan tegenover vrijhandel. Een regio als Wallonië die slechts 3,5 miljoen inwoners telt en toch elk jaar voor 40 miljard euro aan goederen naar de rest van de wereld uitvoert, vaart wel bij internationale handel met zo weinig mogelijk beperkingen. Men kwam op voor de eigen belangen en stelde de vraag of de Europese belangen wel gediend waren met een Angelsaksische visie op hoe conflicten tussen staten en privébedrijven opgelost dienen te worden. Die houding was haast Nederlands: men wist slinks te onderhandelen.
Maar als ze niet zijn wie we denken dat ze zijn, wie zijn de Walen dan wel?Het adjectief “Waals” stamt van een oud Germaans woord dat gebruikt werd om iedereen die niet Germaans was aan te duiden. Jean de Haynin, een bourgondische ridder uit de 15e eeuw, gebruikte de term om de Latijnse inwoners van de Lage Landen te benoemen.
Wat vaak vergeten wordt, is dat Wallonië tweetalig is. Naast Frans wordt er in het oosten, aan de Duitse grens, ook Duits gesproken. De Franse taal is er wel dominant, zoals ook in Brussel waar bijna 90% van de bevolking Francofoon is en de Franse taal hanteert in de dagelijkse communicatie. De Waal eigent zich de Franse cultuur niet toe, al is hij er wel goed mee bekend. In Waalse en Franstalige Brusselse scholen worden naast de Belgische auteurs ook de klassieke Franse auteurs gelezen en wordt veel aandacht aan de Verlichting besteed. De Walen volgen het Franse nieuws en Franse televisieprogramma’s op de vele Franse televisiezenders die ze kunnen ontvangen. Die invloed reikt zo ver dat de Walen de belangrijkste Franse politici bij naam kennen en de Franse presidentsverkiezingen nauwgezet volgen. Waalse cabaretiers, zangers, acteurs en journalisten verruilen dan ook vaak Wallonië voor Parijs, deels omdat de Belgische markt klein is en veel minder te bieden heeft. Over het algemeen hebben de Fransen veel waardering voor de Waalse zelfspot, hun gevoel voor humor, hun open houding en hun capaciteit om via de dialoog complexe problemen van praktische oplossingen te voorzien. Dit alles heeft er aan bijgedragen dat er in Brussel en Wallonië inmiddels veel Franse beroemdheden wonen, aangetrokken door de fiscale regelgeving en de hoge levensstandaard op een steenworp afstand van Frankrijk en Parijs.
De Waalse taal is van Latijnse origine. Tot aan het begin van de twintigste eeuw werd deze taal door een meerderheid van de Waalse bevolking gebezigd, vooral op het platteland en in de buitengebieden. De hogere klasse en de adel gaven echter, net zoals in Vlaanderen, de voorkeur aan het Frans. Toch bestond er een heuse literaire traditie in het Waals die in de 19e eeuw zijn gouden tijdperk beleefde. De Waalse taal was niet uniform en kende meerdere varianten: Picardisch-Waals, Luiks-Waals, Naams-Waals en Lotharings-Waals.
Op politiek vlak zijn alle politieke stromingen in Wallonië vertegenwoordigd maar stemt de regio doorgaans links, wat deels verklaard kan worden door het sterke industriële verleden. Weinigen zijn ervan op de hoogte, maar in 1850 was België de op één na grootste industriële macht ter wereld en de meeste van deze industrie bevond zich in Wallonië. België rivaliseerde zelfs Groot-Brittannië met een machinepark dat tot de modernste van die tijd behoorde. Wallonië produceerde op grote schaal alles wat een land toen rijk maakte: wol in Verviers, kolen voor energie en staal in Luik, Charleroi en Bergen.
Koning Willem IDit alles is deels te danken aan Koning Willem I der Nederlanden, aan William Cockerill – een Engelsman die zijn thuisland verliet om in Verviers te gaan wonen – en zijn twee zonen John en James Cockerill. Koning Willem I gaf een impuls aan de ontwikkeling van de textielindustrie in Seraing in de provincie Luik waar ook Cockerill met zijn gezin neerstreek. De Cockerills – met hun ondernemingszin en mechanische vindingrijkheid – ontwikkelden hun eigen machines, waardoor de Waalse metallurgische industrie zich razendsnel ontwikkelde tot een ongeëvenaarde Waalse specialiteit. De CMI-groep (www.cmigroupe.com) is de moderne erfgenaam van dit industriële verleden. Koning Willem I richtte daarnaast in 1815 de Universiteit van Luik op. Zowel CMI als de Luikse universiteit vormen anno 2017 – ruim 200 jaar later – nog altijd hoekstenen van het Waalse economische en academische landschap, waar met verschillende festiviteiten aandacht aan werd geschonken.
De Waal, kortom, is beslist Latijn in zijn hartelijkheid, zijn tradities en zijn taal, maar zijn drang en vermogen om problemen toch vooral van praktische oplossingen te voorzien is duidelijk meer Germaans. Het symboliseert hoe in de regio twee grote culturen elkaar ontmoeten. In België komen Latijns en Germaans Europa samen.